Gebouwd door: J.F. van Gelder en G.H. Jansen (1826)

Jaar Orgelbouwer Opus Activiteit
1826 J.F. van Gelder nieuwbouw
1915 Jan Proper diverse werkzaamheden
1942 Mense Ruiter restauratie en uitbreiding
1959 Mense Ruiter uitbreiding
1981 Gebroeders Reil reconstructie

J.F. van Gelder en G.H. Jansen bouwden in 1826 een orgel voor de Nederlands Hervormde Kerk te Baarn. Het werd te koop aangeboden in de Kerkelijke Courant van 11 mei 1889. Het orgel is, zonder al te grote ingrepen, in 1889/1890 in Hardenberg geplaatst. Het instrument had één manuaal met twaalf stemmen en aangehangen pedaal. In 1915 voerde Proper werkzaamheden uit. Mense Ruiter breidde het orgel in 1942 uit met een tweede klavier en een vrij pedaal, alles met electrische tractuur. Het pedaal bestond louter uit transmissies. In 1958/1959 voerde Mense Ruiter wederom werkzaamheden uit, en breidde hij het orgel uit tot de huidige omvang. Een algehele restauratie vond plaats in 1981 door Reil. Hierbij is het Van Gelder-pijpwerk weer hersteld en zo veel mogelijk bij elkaar geplaatst. Adviseur bij de werkzaamheden was dr. M.A. Vente. Het instrument is op 27 november 1981 weer in gebruik genomen.

Kort overzicht van plaatsen waar het orgel heeft gestaan

1826 Baarn Hervormde Dorpskerk
1889 Hardenberg Gereformeerde Höftekerk

Technische gegevens

Hoofdwerk 11
Onderpositief 5
Pedaal 3
Totaal aantal stemmen 19
Toetstractuur Mechanisch
Registertractuur Mechanisch
Windlade(n) Sleeplade
Toonhoogte a’ = 440 Hz
Temperatuur Evenredig zwevend

Dispositie
Hoofdwerk: Prestant 8′ – vanaf d dubbelkorig, Gamba 8′ – 18e eeuw, Holpijp 8′, Octaaf 4′, Roerfluit 4′, Quint 3′, Octaaf 2′, Woudfluit 2′, Mixtuur III-IV sterk, Cornet IV sterk (discant), Trompet 8′.
Onderpositief: Bourdon 8′, Spitsfluit 4′, Open Fluit 2′, Flageolet 1′, Dulciaan 8′.
Pedaal: Subbas 16′, Octaaf 8′, Bazuin 16′.

Overige dispositiegegevens
Verschillende disposities
  • De dispositie luidde in 1889 na de plaatsing in Hardenberg:
    Manuaal: Bourdon 16′, Prestant 8′, Viola 8′, Holpijp 8′, Vox Celeste 8′, Octaaf 4′, Roerfluit 4′, Quint 3′, Woudfluit 2′, Cornet IV sterk, Mixtuur III-IV sterk, Trompet 8′.
    Pedaal: aangehangen.
  • Na de uitbreiding van 1942 was de dispositie:
    Manuaal I: Prestant 8′, Viola 8′, Holpijp 8′, Vox Celeste 8′, Octaaf 4′, Roerfluit 4′, Quint 3′, Woudfluit 2′, Cornet IV sterk, Mixtuur III-IV sterk, Trompet 8′.
    Manuaal II: Bourdon 16′ (oud), Baarpijp 8′, Quintadeen 8′, Koppelfluit 4′, Octaaf 2′, Scherp V sterk.
    Pedaal: Subbas 16′, Gedekt 8′, Fluitbas 4′.
  • Vanaf 1959 tot 1981 luidde de dispositie:
    Manuaal I: Prestant 8′, Holpijp 8′, Quintadeen 8′, Octaaf 4′, Roerfluit 4′, Quint 3′, Octaaf 2′, Woudfluit 2′, Mixtuur IV sterk, Cornet IV sterk (discant), Trompet 8′.
    Manuaal II: Bourdon 16′, Baarpijp 8′, Viola 8′, Voix Celeste 8′, Octaaf 4′, Koppelfluit 4′, Octaaf 2′, Gemshoorn 2′, Quint 1 1/3′, Scherp V sterk, Sexquialter II sterk, Dulciaan 8′, Tremulant.
    Pedaal: Subbas 16′, Gedekt 8′ (transmissie), Prestant 8′, Octaaf 4′ (transmissie), Octaaf 2′ (transmissie), Bazuin 16′.

bron: www.orgbase.nl